Nog nooit waren er zoveel werkende vrouwen in Nederland: bijna 3,9 miljoen in 2017. Daarvan zijn er 1,8 miljoen boven de 45 jaar (bron: Centraal Bureau voor de Statistiek). Dus vallen zij in de groep die met de overgang te maken gaat krijgen.
Naar schatting zijn er op dit moment ongeveer een miljoen werkende vrouwen in de overgang. En de hele periode van de overgang van de eerste klachten tot ruim na de laatste menstruatie duurt jaren. Gangbaar is een periode tussen de vier en de tien jaar. De gemiddelde leeftijd waarop een Nederlands vrouw haar laatste menstruatie heeft, is 51,2 jaar. Dat is het moment van de menopauze.
Verschillen in klachten tussen vrouwen zijn groot
Nu zijn de verschillen tussen vrouwen nogal groot. De ene vrouw merkt eigenlijk niet zo veel van de overgang. De andere vrouw heeft er zoveel last van dat ze minder gaat functioneren en uiteindelijk zelfs langdurig verzuimt. Vooral voor die laatste groep kan het moeilijk kan zijn om goed te blijven functioneren op het werk.
Voor leidinggevende en HR en verzuim of preventie professionals is het goed te weten dat zij vrouwen die in de overgang zijn kunnen adviseren over hoe deze fase zo optimaal mogelijk door te komen. Daarnaast kunnen zij ook werkgevers adviseren wat mogelijk is om deze vrouwen te ondersteunen. Want dat een opvlieger op het werk onaangenaam is, is vaak wel invoelbaar. Maar het zijn niet alleen opvliegers die vrouwen het werken lastig maken. Het zijn ook de doorwaakte nachten door nachtelijke zweetaanvallen. Hoofdpijn, somberheid of depressie, vergeetachtigheid, mindere concentratie, blaasontsteking en gewrichts- en spierklachten zijn enkele van de andere klachten die bij de overgang kunnen horen.
Mogelijkheden voor verzuimpreventie bij overgang
Uit diverse onderzoeken is duidelijk dat vrouwen met overgangsklachten merken dat hun werkvermogen minder wordt (Jack, Geukes en Griffith). Dat zorgt voor risico op verzuim.
Wat kun je doen om dit risico te beperken?
1. Steun van leidinggevende en regelmogelijkheden
Onderzoek laat zien dat vrouwen vooral behoefte hebben aan begrip en steun van hun leidinggevende. Het helpt als die leidinggevende snapt dat de overgang hun parten kan spelen, waardoor ook werken tijdelijk extra energie kost. Het is prettig als de leidinggevende meedenkt over hoe een vrouw met klachten toch aan de slag kan blijven. Meer regelmogelijkheden helpen vaak. Bijvoorbeeld als je na een belabberde nacht wat later mag beginnen. Of als je tijdelijk meer vanuit huis kunt werken op werkuren die voor jou goed uitkomen. Dit kan net het verschil maken om goed te blijven functioneren.
2. Goede werkomgeving en kleding
Controle over de werkomgeving is ook belangrijk. Zoals de werktemperatuur zelf kunnen bepalen. Dat kan bijvoorbeeld met een bureauventilator. Voldoende werkruimte hebben, ramen die open kunnen, je klotsende oksels kunnen opfrissen in het toilet. In het geval van werkkleding is goed zittende kleding van ventilerende stoffen natuurlijk veel prettiger dan een synthetisch, slecht zittend uniform waarin elke zweetplek zichtbaar is.
3. Voorlichting en leefstijl
Wat ook helpt is als medewerksters toegang hebben tot informatie over de overgang. Het programma In Overgang, met een kennisportaal, workshops en een informatiecampagne, is daar een goed voorbeeld van. Er zijn genoeg vrouwen die zich pas laat realiseren dat de klachten die zij hebben het gevolg zijn van de overgang. Het helpt hen (en dus hun werkgever) als ze tijdig beseffen waardoor ze niet lekker in hun vel zitten. Dan zijn ze meestal wel in staat om verder uit te zoeken wat ze eraan kunnen doen. Fysieke fitheid, gezonde voeding, niet roken, geen alcohol; allemaal leefstijlfactoren die ook een positieve invloed hebben op de overgang.
4. Maak het bespreekbaar
Zorg voor een open cultuur, waarin ruimte is om de overgang bespreekbaar te maken.